2.6 Ondersteuning

De Overlaat is een school waar leerlingen graag zijn, waar zij werken aan hun toekomst en waar zij hun plekje kunnen vinden. Daarom besteden we veel aandacht aan de begeleiding van al onze leerlingen. We doen dat in de driehoek van ouders, leerling en school.

Voor de extra begeleiding van leerlingen zijn met name de coach, orthopedagoog en de ondersteuningscoördinatoren in beeld. Als het nodig is, betrekken we er ook andere gekwalificeerde medewerkers van binnen en buiten de school bij. Onze begeleiding begint al bij de eerste stap die leerlingen als brugklasser in de school zetten. Zo zorgen we ervoor dat elke nieuwe leerling zich welkom voelt.

Vier jaar lang besteden we veel aandacht aan:
• studiebegeleiding
• sociaal-emotionele begeleiding
• loopbaanoriëntatie en keuzebegeleiding

Voor persoonlijke en/of leerproblemen, die het goed functioneren van leerlingen op school belemmeren, kunnen leerlingen terecht bij onze ondersteuningscoördinator: mevrouw M. Theunissen. Zij wordt hierbij ondersteund door onze coaches.

Vormen van ondersteuning
Om leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften goed en tijdig te kunnen helpen, is het belangrijk om een heldere structuur te hanteren. Er worden drie vormen van ondersteuning onderscheiden:

1. Basisondersteuning
   Scholen werken planmatig, opbrengstgericht en doelgericht. Ze zijn in staat om binnen de klas een gedifferentieerde aanpak te hanteren. De definitie van basisondersteuning is opgenomen in het Ondersteuningsplan.
2. Lichte ondersteuning
   Het geheel aan voorzieningen dat scholen en schoolbesturen hebben ingericht om leerlingen te begeleiden die buiten de basisondersteuning vallen. De schoolbesturen ontvangen hiervoor middelen van het SWV (Samenwerkingsverband).
3. Zware ondersteuning
   Dit is de ondersteuning die een leerling nodig heeft op een school voor voortgezet speciaal onderwijs (VSO). Dit betreft leerlingen voor wie een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) VSO is afgegeven.

Vorm 1 en 2 worden binnen De Overlaat aangeboden en zijn terug te vinden in ons schoolondersteuningsprofiel.

Landelijke norm voor basisondersteuning
Dit advies beschrijft:
• welk beleid en welke kennis op school nodig zijn om de basisondersteuning te realiseren;
• welke basisondersteuning elke school ten minste moet bieden, en wat leerlingen, ouders en onderwijspersoneel daarvan mogen verwachten;
• een indicatie van wat níet onder de basisondersteuning valt.

Doel van de landelijke norm
Een landelijke norm voor basisondersteuning biedt duidelijkheid aan ouders, leerlingen en onderwijspersoneel over wat De Overlaat minimaal moet kunnen bieden op het gebied van ondersteuning.

Onderdelen van basisondersteuning

1. Kennis en beleid – De Overlaat beschikt over kennis en/of beleid om bepaalde vormen van ondersteuning te kunnen bieden.
2. Preventieve ondersteuning – Gericht op het voorkomen van het ontstaan van een lichte of zware ondersteuningsbehoefte.
3. Lichte, kortdurende ondersteuning – Remediërende ondersteuning om leerlingen snel weer mee te laten draaien in het reguliere lesprogramma.
4. Kleine aanpassingen – Aanpassingen in lessen, toetsing, materialen of hulpmiddelen die doeltreffend en haalbaar zijn.

Extra ondersteuning
Basisondersteuning is niet altijd voldoende. Sommige leerlingen hebben meer nodig. Daarom bieden scholen – naast de basisondersteuning – ook extra ondersteuning.
Voor meer informatie hierover, zie het ondersteuningsprofiel van De Overlaat.

Wet versterking positie ouders en leerlingen in het passend onderwijs
Ouders en leerlingen hebben hoorrecht over het ontwikkelingsperspectief en het ondersteuningsaanbod.

Dat betekent dat De Overlaat:
• met zowel ouders als leerlingen in gesprek gaat over het ontwikkelingsperspectief;
• het ontwikkelingsperspectief pas vaststelt nadat ouders hebben ingestemd met het handelingsdeel;
• alle ouders en leerlingen bevraagt over hun algemene tevredenheid met het ondersteuningsaanbod;
• in gesprek gaat met zowel de leerlingenraad als de ouderraad over het ondersteuningsaanbod.

Mentor als coach
Voor een goede band tussen leerlingen, ouders en school zijn onze mentoren van grote waarde. Vanaf leerjaar 1 heeft elke klas een eigen mentor (meestal zelfs 2). Zo kan elke mentor voldoende aandacht besteden aan de leerling en zijn/haar ouders. Intensief contact zorgt ervoor dat leerling, ouders en docenten elkaar goed leren kennen.

Er is een vaste mentorles waarin de hele groep wordt verwacht. Daarnaast kan tijdens het KWT-mentoruur extra tijd ingepland worden.

Decaan
De decanen begeleiden onze leerlingen vanaf leerjaar 1 naar een juiste keuze van vakkenpakketten en vervolgopleidingen. In dit traject spelen ook de ouders, mentor en vakdocenten een rol. Wij hebben twee decanen: de heer Bertens en mevrouw Vugts.

Extra faciliteiten & ondersteuning
• Alle erkend dyslectische leerlingen krijgen dezelfde faciliteiten, net als leerlingen met dyscalculie, lichamelijke beperkingen, gedrags- of ontwikkelingsstoornissen en NT2-leerlingen.
• Faciliteiten kunnen o.a. extra tijd bij toetsen en examens omvatten.
• Bij hardnekkige leerproblemen kan een remedial teacher worden ingezet na overleg met de zorgcoördinator.
• De orthopedagoog observeert en test leerlingen na een hulpvraag via de teamcoördinator.
• Leerlingen met sociaal-emotionele problemen krijgen trainingen en gesprekken met leerlingbegeleiders of zorgcoaches.

Intern Ondersteuningsteam (IOT)
In het IOT worden leerlingen besproken door schoolmedewerkers en eventueel externen voor passende oplossingen.

Samenwerking met GGD
Onze school werkt samen met Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van GGD Hart voor Brabant, die zorg biedt tot 18 jaar, inclusief onderzoek, advies en begeleiding. Leerlingen in klas 2 en 4 krijgen een screening. Bij ziekteverzuim kan de jeugdarts worden betrokken.

Contact met JGZ kan op werkdagen via tel.nr. 0900-46 36 443.